PvdA in de Raad van de Hoeksche Waard, juli 2023

18 juli 2023

PvdA in de Raad juni/juli 2023

 

Het slotakkoord van de laatste vergadercyclus voor het reces, op 6 juli, was de behandeling van een groot aantal moties. Het was een merkwaardige vergadering (over de Jaarrekening 2022, de Perspectiefnota en de Zomerrapportage) omdat de Perspectief Nota 2024 aan de magere kant was. De cijfers ontbraken en er was geen beleid te toetsen. Vandaar dat een aantal fracties met moties kwamen.

 

Ook de PvdA was van de partij met een motie die de kern van onze uitgangspunten samenvat en voor de fractie van wezenlijk belang was met het oog op de financieel onzekere toekomst van gemeente Hoeksche Waard. Deze motie werd aangenomen en vervolgens heeft de fractie het volgende persbericht doen uitgaan:

 

Beleid mag niet gaan ten koste van financieel zwakke inwoners’

 

HOEKSCHE WAARD

Financieel kwetsbare inwoners mogen niet het slachtoffer worden van eventuele bezuinigingen. Een door de PvdA, VoorWaards, Burger Belangen en WOW ingediende motie met deze strekking is door de gemeenteraad van Hoeksche Waard aangenomen.

PvdA-fractievoorzitter Mark de Koning: ,,Er komen financieel zware tijden aan. De begrotingen voor de komende jaren vertonen omvangrijke tekorten die naar alle waarschijnlijkheid tot bezuinigingen zullen leiden. Wij vinden dat daarbij rekening moet worden gehouden met de maatschappelijke en sociale effecten.’’

Voor de PvdA en de mede-indieners van de motie is het onaanvaardbaar dat tekorten worden afgewenteld op de zwaksten in de samenleving. ,,Als de situatie nijpend wordt, dan is het vanzelfsprekend dat kritisch wordt gekeken naar de uitgaven. Er valt hier en daar best wat te winnen, maar wat ons betreft mag dat niet leiden tot een toename van het aantal mensen dat in armoede leeft’’, aldus De Koning.

Tijdens de behandeling van de Perspectiefnota 2024, die leidde tot een aantal moties, betoogde de fractievoorzitter van de PvdA dat het kritisch bezien van beleidsvoornemens en bestaand beleid moet worden beoordeeld zowel op de korte als op de lange termijn.

De motie van de PvdA, VoorWaards, Burger Belangen en WOW werd behalve door de oppositiepartijen ook gesteund voor coalitiepartij SGP, die daarmee de doorslag gaf.  CDA, VVD en Lokalen Hoeksche Waard stemden tegen.

 

 

 

 

Hierbij de motie:

 

 

Motie sociaal -maatschappelijke effecten

 

De gemeenteraad van Hoeksche Waard, in vergadering bijeen op 6 juli 2023, gehoord hebbende de beraadslagingen over de Perspectiefnota 2024: constaterende dat: – De gemeente Hoeksche Waard te maken heeft met een begrotingstekort voor het jaar 2023 en, zoals het er nu naar uitziet, structureel voor de daaropvolgende jaren; – een sluitende begroting voor de gemeente van groot belang is; – het daarom noodzakelijk is om bestaande uitgaven kritisch te bezien en mogelijk te herzien, zoals ook is gevraagd in de motie van 20 december 2022; – dit kan leiden tot een vermindering van de uitgaven. overwegende dat: – Bij het eventueel verminderen van uitgaven altijd moet worden gekeken naar de maatschappelijke en sociale effecten op de korte en de lange termijn en dan vooral naar de positie van de mensen in kwetsbare situaties; – het verminderen van de tekorten op de gemeentelijke begroting niet mag worden afgewenteld op de financieel zwakkere inwoners. verzoekt het college: – Bij een eventuele vermindering van de uitgaven de raad altijd inzicht te geven in de mogelijke maatschappelijke en sociale effecten daarvan, zowel op de lange als op de korte termijn; – Bij de vermindering van uitgaven de financieel kwetsbare inwoners zoveel mogelijk te ontzien. En gaat over tot de orde van de dag.

Fractie PvdA Mark de Koning, Fractie WOW Bauke Rinsma, Fractie VoorWaards Maurice Pahladsingh Fractie Burger Belangen Marga Sundermeijer

 

Aan de bespreking van de moties ging een debat vooraf op basis van de algemene beschouwing. Hierbij de beschouwing door fractievoorzitter Mark de Koning:

 

,,De PvdA-fractie kan instemmen met het vaststellen van de jaarstukken van 2022, en het besluit om de incidentele meevaller van 9,2 miljoen te storten in de algemene reserve en een bedrag van 0,6 miljoen in de bestemmingsreserve. Daarmee stemmen wij in met de begrotingsaanpassing.

Ten aanzien van de zomerrapportage zijn wij bezorgd over het structurele tekort op de begroting. Dit blijft aanzienlijk voor de jaren 2024/2025, bij elkaar mogelijk 15 miljoen euro en dan staan we nog vlak voor de zogeheten Ravijnjaren waarvoor nog geen oplossing in zicht is.

Er lijkt vooralsnog geen cliffhanger.

Een gemeenteraad moet aan het stuur zitten, zowel in (financieel) gunstige als ongunstige tijden. Voor de Partij Van de Arbeid is dat zo klaar als een klontje. In tijden waarin het financieel minder gaat, zoals nu blijkt uit een structureel begrotingstekort, is het goed om scherp te kijken naar de uitgaven. Dat zouden we trouwens sowieso moeten doen. Voor de raad doemen nu de volgende vragen op:

Waar kan het minder? Waar kan het anders? Werkt het wel wat we ermee beogen? De motie die het college opdraagt de effectiviteit van beleid te onderzoeken, die wij als PvdA-fractie mede hebben ingediend, vraagt om met de stofkam door de uitgaven heen te gaan en deze te toetsen op zowel doelmatigheid en doeltreffendheid.

Het blijkt nog niet zo eenvoudig om dat uit te voeren. Doe het met focus op wat we kunnen beïnvloeden is onze oproep. We moeten af van de financiële fuzziness, de vaagheid en hebben behoefte aan accurate sturingsinformatie. Als fractie zijn we dan ook blij met het amendement dat vorige week is aangenomen om de financiën rondom gebiedsmarketing meer in het vizier te krijgen.

Maar, ook waar laten we als gemeente, ook in vergelijking met andere gemeenten en na een helder interne analyse, mogelijkheden liggen om de inkomsten te verhogen? We denken daarbij bijvoorbeeld aan een preciezere invulling bij de leges, mooi dat dit naar aanleiding van een helder onderzoek van de Rekenkamer zo grondig door de ambtenarij is opgepakt. Onze complimenten hiervoor. Dit geeft houvast om te kijken waar we de inkomsten kunnen verhogen. Maar ook een herziening van de OZB behoort tot de mogelijkheden.

Een andere mogelijkheid om te sturen is het meer beheersen en verminderen van de externe inhuur. Toegegeven, er lijkt volgens de RIB van 6 juni 2023, iets meer sturing op dit gebied. Maar nog steeds bedraagt de externe inhuur, als alles gaat volgens plan, 24% van de totale loonsom dit jaar. Het is nog niet zeker dat dit wordt gehaald.

Het gaat hier om een enorm bedrag. Juist in deze tijden moet daar meer worden gestuurd. De doelen zijn weliswaar gericht op het verminderen van de externe inhuur. Maar gezien de financiële situatie en de lessen uit het recente verleden denken wij dat wij hier nog scherper op moeten sturen. Dat zou ertoe kunnen leiden dat we ook onze ambities op bepaalde terreinen moeten bijstellen. We vragen ons af hoe het komt dat we hier onvoldoende grip op krijgen. De gemeentelijke organisatie zou zo moeten worden ingericht dat we met fors minder inhuur de taken kunnen oppakken en uitvoeren.

Kortom, waar wij vooral behoefte aan hebben als raad is beleid. Het is de mantra van de Partij van de Arbeid, immers het formuleren van een beleid en beleidsdoelen leidt tot focus en richting. Het geeft aan dat wat we als raad, als gemeente belangrijk en minder belangrijk vinden. Minder sturen op incidenten, meer af kaderen leidt ook tot een behoedzamer en beter te verantwoorden financieel beleid van de gemeente. Wij hopen dat een aantal omissies snel en voortvarend worden hersteld en dat beleid wordt geformuleerd en vastgesteld, bijvoorbeeld op het gebied van het Sociaal Domein. Wij kijken er, al zeer geruime tijd, naar uit.

In tijden van financiële tegenslag is het van belang om ons sociale gezicht te tonen. Wij staan er als Partij van de Arbeid voor om de uitgaven kritisch onder de loep te nemen. Maar wij hanteren daarbij als uitgangspunt de kwetsbaarste inwoners, zij die het financieel moeilijk hebben zoveel mogelijk worden ontzien. Dat is de gemeente die wij willen zijn. Wij vragen u daarom om een motie die hiertoe oproept te ondersteunen. Bezuinigen op de allerarmsten brengt hen verder in moeilijkheden en verhoogt de kosten voor de samenleving. We willen de allerzwaksten ontzien, dat is een kwestie van beschaving.

Daarom is het nodig om inzicht te krijgen, en het kan aan om een inschatting, van de sociaal-maatschappelijke gevolgen van besluiten voor de korte en voor de iets langere termijn. Wat betekent het voor inwoners?

Zie deze motie daarom als steuntje in de rug voor degenen die het hardste nodig hebben.’’

 

Deze PvdA in de Raad beslaat drie besluitvormende vergaderingen tot aan het reces. De eerste besluitvormende vergadering was op 29 Juni.

De raad nam een verklaring van geen bedenkingen aan op het Bestemmingsplan voor een bedrijfsgebouw op het bedrijventerrein Reedijk Heinenoord.

Het betreft het verhuizen van een bedrijf van het industrieterrein in Strijen naar de Reedijk. Het plan past binnen het bestemmingsplan Reedijk. Onze fractie kon daar dan ook mee instemmen.

Dat gold ook voor het Bestemmingsplan Oud-Bonaventurasedijk 53 A te Strijen.

Het voorstel had naar onze mening geen negatieve gevolgen voor de ruimtelijke ontwikkeling en het levert indirect een bijdrage aan versterking van de lintbebouwing ter plaatse. Dat zijn voor onze fractie belangrijke uitgangspunten.

 

Rekenkamerbrief Gebiedsmarketing

 

Van het allereerste begin af is de fractie van de PvdA kritisch geweest op de plannen voor de Gebiedsmarketing. In juni behandelde de gemeenteraad de brief van de Rekenkamer over dit onderwerp. Een snel onderzoek, met weinig medewerking vanuit het ambtelijk apparaat en een defensieve opstelling van het college, bevestigde onze mening en onze vermoedens over de slordige werkwijze.

Het raadsvoorstel met betrekking tot de Rekenkamerbrief is vastgesteld met een aanscherping van de aanbeveling de Gebiedsmarketing de effectiviteit van het beleid nog eens scherp onder de loep te nemen. In de besluitvormende vergadering heeft de fractie ingebracht dat zij het de wethouder aanrekent dat er (en dat geldt tot de dag van vandaag) geen adequate en betrouwbare gegevens zijn over de Gebiedsmarketing Hoeksche Waard.

Uit de brief van de Rekenkamer blijkt dat een rekensom leert dat er inmiddels ruim drie miljoen aan is besteed. De wethouder gaf in reactie daarop aan dat het zou gaan om slechts 1,4 miljoen euro, een bedrag dat hij later nog naar beneden bijstelde tot 1,3 miljoen.

Wat de PvdA de wethouder kwalijk nam/neemt is dat de Rekenkamerbrief dateerde van februari en dat de wethouder sinds die tijd niets heeft gedaan om feitelijk en inhoudelijk te reageren. In plaats daarvan plaatste hij niet onderbouwde kanttekeningen bij de ontluisterende conclusies van de Rekenkamer met betrekking tot de hoge kosten en de manier van administreren en sprak hij openlijk zijn twijfel uit over de resultaten.

In plaats van gekrenkt en defensief had de wethouder, volgens de fractie open en constructief moeten reageren; een houding waarmee hij het gezag van de Rekenkamer zou bevestigen.

Het doorkijkje van de Rekenkamer was voor de fractie voldoende om te constateren dat Gebiedsmarketing op deze manier geen toekomst heeft, een mening die door steeds meer fracties wordt gedeeld. Het is heel lastig om ergens over te beslissen als de raad de feiten niet kent. Door toedoen van de wethouder is dit onderwerp ver weggeraakt van een feitelijke benadering en is het erg politiek geworden.

Feiten zijn dat de gebiedsmarketing al jaren loopt, dat de private samenwerking niet van de grond komt, dat doelen onmeetbaar zijn, dat de thema’s alle kanten opschieten, dat geen enkel doel wordt waargemaakt, dat het eigenlijk uitsluitend gaat om intern toeristische activiteiten en dat het alles bij elkaar best veel geld kost.

 

Sociaal domein

 

Startnotitie beleidsplan Armoede & Schulden

 

Over deze (aangenomen) startnotie was de fractie heel kritisch. In januari 2021 werd het door de PvdA ingediende Initiatiefvoorstel ‘Beleidsplan Armoede gemeente Hoeksche Waard 2020-2023’ingediend. In een bestuurlijke reactie, een brief met wensen en bedenkingen, schreef het toenmalige college dat er sprake was van ‘een gedeelde visie op dit onderwerp’, ‘dat onze visies goeddeels overeenkomen’.

Maar het college vond dat beleid toen niet nodig was omdat er de ‘Uitvoeringsagenda Samen tegen Armoede 2020-2024’ lag. Daarin waren enkele krenten uit het voorstel van de PvdA opgenomen. Zoals de toegankelijkheid en de vroeg signalering van schulden, en natuurlijk preventie.

Andere voorbeelden in de brief van het college waren het vergroten van het bereik van de meedoen regeling, de aanpak van brede kansarmoede bij kinderen, de van ons overgenomen pilot voor openbaar vervoer voor minima en begrijpelijke communicatie.

Destijds was het probleem dat het college weliswaar onze visie deelde maar bang was dat verder onderzoek naar wat door ons werd aangedragen de uitvoering zou vertragen. De paradox in die benadering was dat het college laat was omdat het de Uitvoeringsagenda niet wilde baseren op fragmentarische gegevens, en dat het niet opnieuw een fase van uitdenken en uitwerken wilde ingaan omdat dit vertraging zou opleveren.

Het uitgangspunt was dat de koers beter onderweg kon worden bijgesteld dan niet te vertrekken. Dat was een opmerkelijke constatering omdat het initiatiefvoorstel van de PvdA samenhangend was, integraal en uitermate constructief bij uitstek geschikt voor adequate beleidsuitvoering.

Voortdurend heeft de fractie van de PvdA erop gewezen dat de wet een gemeentelijk beleidsplan voor armoede verplicht stelt. Deze gemeente koos tot dusver op vrijwel alle beleidsterreinen voor Uitvoeringsprogramma’s en agenda’s, van wie niemand kon vaststellen welke uitgangspunten van beleid eraan ten grondslag lagen of welke criteria werden gehanteerd voor de te behalen doelen.

Het was daarom pijnlijk dat in dit voorstel, als donderslag bij heldere hemel, zomaar terloops de melding stond dat de gemeente verplicht is om zo’n beleidsplan te formuleren en dat het zal gelden van 2024 tot 2028.

Citaat uit de inbreng van Mark de Koning: ,,Net als het vorige college blinkt dit college uit in stilstaan. Soms worden er kleine, kostbare stapjes gezet in tijdrovende processen die zich zullen voortslepen tot de volgende raadsperiode. Dit voorstel voor de vaststelling van een startnotitie is er een sprekend voorbeeld van.

,,Drie jaar na het initiatiefvoorstel van de PvdA wordt voorgesteld om vast te stellen dat we alle zaken die destijds niet moesten worden onderzocht wegens de mogelijke vertraging, nu worden onderzocht. Om vervolgens op basis van een keuzenota vast te stellen hoe het armoedebeleid eruit moet zien. We zijn verder terug dan bij Af.

,,De fractie van de PvdA heeft er helemaal geen bezwaar tegen dat er leentjebuur wordt gespeeld bij onze voorstellen, maar het is dan wel chique om dat te vermelden. En het is politiek en bestuurlijk beslist onfatsoenlijk om in dit voorstel een belangrijk deel van de voorgeschiedenis buiten beschouwing te laten.

,,Al bij de behandeling van ons Initiatiefvoorstel heeft mijn fractie indringend duidelijk gemaakt dat Armoedebeleid is gebaseerd op politieke keuzes. Dat die keuzes om herschikking vragen van de fondsen in het Sociaal Domein. Dat het van het grootste belang is om zaken integraal aan te pakken. Dat zo’n proactieve aanpak vraagt om financiële en personele inzet.’’

De fractie oordeelde dat de gang van zaken erg teleurstellend is. ,,Want als gevolg van een jarenlange stilstand is onze gemeente achteropgeraakt, in denken en in doen. Naar ons idee zou een grote versnelling kunnen optreden als het Initiatiefvoorstel van de PvdA, dat berust op relevante onderzoeken en de praktijken elders in het land, uit de mottenballen wordt gehaald. Ga aan de slag, zo snel mogelijk! De inwoners die nu te maken hebben met armoede en die er mee te maken zullen hebben, vragen daarom!’’

 

 

Startnotitie Levendige dopen fase 1

 

Ook deze startnotitie heeft niet veel enthousiasme losgemaakt bij de fractie. Het gaat om veel onderzoek, extern ingehuurd, gericht op data verzamelen zonder dat vast wat je daarmee zou kunnen of moeten doen.

Er blijkt uit deze opzet weinig historisch besef. Alsof de dorpen en buurtschappen geen identiteit hebben en geen sociale samenhang. Er staat in de startnotitie niets over het sociaal-culturele kapitaal, of over de schat aan formele en informele structuren en netwerken waardoor dit eiland al eeuwen lang min of meer prettig bewoonbaar is.

Bepaalde sociale en culturele behoeften zijn van alle tijden en onveranderlijk, et als een goede maaltijd en vriendschappen, aldus de inbreng van de PvdA. Waarin een belangrijke constatering was: ,,Ook dit voorstel ademt de sfeer van kleine kostbare stapjes vanuit een grootstedelijk denkniveau. Waarom pakken we zelf niet wat op in plaats van dit uit te besteden?

,,De kern is dat er een dorpshuis is waar verschillende activiteiten zich kunnen afspelen. Kijk naar de ervaringen met het Korstanjehuis in Klaaswaal; typisch voorbeeld van een nuttig en zeer gewaardeerde plek voor de inwoners. Die zou je overal moeten hebben. Met ruimte voor bijvoorbeeld muziekonderwijs. Misschien hier en daar een ateliertje of sociale activiteiten om te zorgen dat mensen meer ontmoeten.’’

Een herwaardering voor wat vroeger buurtwerk heette zou hier ook passend zijn. Met de inwoners en met behulp van de maatschappelijke organisaties. ,,Iedereen die onze gemeente kent, en die zouden wij toch moeten kennen, kan dit bedenken en aanvullen. Dit college kennelijk niet.’’

De door de PvdA geschetste kernbehoeften voor de gemeente Hoeksche waard zijn:

  • We hebben een kerk, of meerdere (voor sommigen),
  • een café in (voor de meesten),
  • een dorpshuis (voor iedereen) waarin er plaats is voor de zangverenigingen, muziekverenigingen, kaartclubs, historische verenigingen (die het liefst ook een beetje samenwerken in heel de gemeente), een ruimte om te biljarten, een ontmoetingsplek (denk aan de bar van De Drie Lelies in Puttershoek, vroeger (toen vond je daar nog de zogeheten arbeider-dichters),
  • sportverenigingen (voor jong en meer en meer ook voor oud),
  • een winkelaanbod dat toegankelijk en levensvatbaar blijft (onder meer door een beleid te voeren dat is gericht op versterking van verscheidene dorpen).

,,Wij missen dus de aanwezige praktijkkennis van vroeger en nu. Wij missen het lef om iets, met onze inwoners (participatie is dus echt heel belangrijk) en maatschappelijke organisaties op papier te zetten. Wij zijn niet enthousiast over het optuigen van een Hoeksche Waardse datafabriek die voor heel diverse doelen kan worden gebruikt en waarvan nog niet duidelijk is wat daarvan nut en noodzaak zijn voor de levendigheid van onze dorpen. Wij begrijpen niet waarom deze aanpak wordt vermengd met het omstreden onderzoek naar rust en activiteiten op zondag.’’

 

De kritische vragen van de fractie kwamen aan bod in de beraadslagingen. De Startnotitie is vervolgens aangenomen.

 

DG&J Zienswijze op de jaarstukken

De fractie was redelijk positief over de Zienswijze aangaande de jaarstukken van de Dienst Gezondheid & Jeugd. De Zienswijze was zakelijk opgesteld en inhoudelijk waren er positieve berichten te melden.

Overigens zijn er nog kanttekeningen te maken. Zo zou de fractie liever willen dat de Zienswijze door de raad zelf wordt opgesteld. Ook hebben wij aandacht gevraagd voor het akkoord tussen de Vereniging Nederlandse Gemeenten en het Rijk en dan vooral naar de gevolgen voor de jeugdzorg in onze gemeente en onze regio.

 

Kritischer was de fractie op Zienswijze met betrekking tot de Veiligheidsregio. Dat leek meer op een bestuurlijk boodschappenbriefje. De wethouder kon in zijn toelichting het hoe en waarom daarvan voor ons afdoende verklaren.

 

 

Op 4 Juli was de besluitvormende vergadering naar aanleiding van de voordracht van een nieuwe burgemeester. Er hadden dertien mensen gesolliciteerd op de vacature burgemeester Hoeksche Waard. De Vertrouwenscommissie heeft moeten concluderen dat er geen match was met de kandidaten en heeft als gevolg hiervan voorgesteld de commissaris van de Koning te verzoeken de procedure voor de benoeming van een kroonbenoemde burgemeester stop te zetten. De raad heeft aldus besloten.

In september wordt verder overlegd met de commissaris over de ontstane situatie.