Eerste fysieke raadsvergadering sinds Corona in de Gemeente Hoeksche Waard!
Voor het eerst sinds het aantreden van onze eerste kroonbenoemde burgemeester, Bram van Hemmen, op 13 november 2019.
Het was voor hem een verademing ‘zijn’ raadsleden eindelijk eens fysiek te leren kennen in plaats via het beeldscherm vanuit de zolderkamers. Datzelfde gold natuurlijk ook voor alle raadsleden.
Jaarstukken, Zomerrapportage en perspectiefnota.
Op 7 juli heeft de gemeenteraad van Hoeksche Waard tijdens een
marathonvergadering in Streona in Strijen, die om 15.00 begon en om plm. 23.00
uur eindigde, ingestemd met de Jaarstukken 2019, de Zomerrapportage 2020 en
de Perspectiefnota 2021.
Fractievoorzitter Piet Westdijk heeft de opvattingen van de PvdA verwoord en op essentiële onderdelen kritiek geleverd. Samen met raadslid Mark de
Koning nam hij deel aan het debat.
De fractie had twee moties voorbereid, één over het armoedebeleid (die we hebben aangehouden) en één over de ambtelijke inhuur (die het niet heeft gehaald).
Over die moties is een apart bericht?….
Onderstaand het betoog van onze fractie.
“Verleden, heden en toekomst lopen vanavond door elkaar heen. De kortste wegnaar de toekomst is door niet veel te zeggen over de Jaarstukken, die we nietkunnen veranderen. Wel zijn we het eens met de voorgestelde verdeling van hetpositieve resultaat.
Bij de Zomerrapportage kunnen we volstaan met de vaststelling dat er nog veel
onzeker is, ook als na vandaag 0,6 miljoen wordt toegevoegd aan de begroting
voor dit jaar. Wij leggen het accent dus op de toekomst.
Het bespreken van een Perspectiefnota zou een politiek feest moeten zijn. Wat is
er leuker dan praten over enthousiast en kansrijk beleid? De fractie van de PvdA
kwam echter tot haar schrik tot de conclusie dat haar zorglijke beschouwing van
vorig jaar op belangrijke onderdelen helaas vandaag nog steeds actueel is.
De financiële toestand van gemeente Hoeksche Waard is niet stabiel, ondanks de
grote reserves. De begroting is fragiel, een woord dat wij ook vorig jaar hebben
gebruikt. En onze ongerustheid wordt gevoed doordat het grootste financiële
risico dat wij lopen, de gevolgen van de corona-crisis, is opgenomen als pro
memorie post.
Naar ons idee is het voorwoord bij de Perspectiefnota hierover niet erg
geruststellend en het antwoord op een vraag naar concrete cijfers maakt het er
niet beter op. Ik citeer: ,,De komende maanden zullen wij de gevolgen
monitoren. Wij gebruiken hiervoor de voortschrijdende informatie van de meest
actueel beschikbare peildata.’’
Als wij de balans opmaken wordt de fractie van de PvdA niet blij. In het vervolg
van ons betoog zullen wij de programma’s aflopen, in de volgorde die voor mijn
partij belangrijk is. Maar, ik wil beginnen met het uitspreken van onze grote
zorg over de twee andere benoemde risico’s, die van de taakstelling
Omdenknotitie en de effecten van het vervallen van de solidariteit Jeugdhulp.
De risico’s zijn met een negatief resultaat van 1,8 miljoen euro te laag geschat.
Dit blijkt uit de actuele cijfers van afgelopen week. Die 0,4 miljoen voor de
jeugdhulp is inmiddels opgelopen tot min 0,7 miljoen. Dat we dit nog niet
voelen komt doordat de solidariteit wordt afgebouwd. Dat is toch fijn dat die
solidariteit er nog even is. Maar nog maar heel kort geleden werd de raad
voorgehouden dat Hoeksche Waard beter niet meer voor anderen kon betalen en
dat er nauwelijks risico was op een negatief resultaat. Hoe staat het met de
kwaliteit van de prognoses van de gemeente op dit vlak?
De fractie van de PvdA heeft kanttekeningen geplaatst bij deze benadering,
zowel bij het afschaffen van de solidariteit als bij het misplaatste optimisme over
het resultaat van de Omdenknotitie. Dit document is nooit besproken in deze
raad, maar wordt wel uitgevoerd en het eerste desastreuze resultaat is een min
van 1,4 miljoen euro.
Gelijk krijgen is prettig, vooral in de politiek, maar niet achteraf als de schade al
is aangericht.
Voor de fractie van de PvdA is het van belang om te investeren in een goede
jeugdzorg. Daarbij mogen we nooit alleen maar kijken naar één doelstelling,
zoals een financiële.
Bij elkaar lopen de effecten van de risico’s en aandachtspunten op tot zeven
miljoen euro en dan zijn de kosten voor de corona-crisis nog niet eens becijferd.
Een ding laat zich in dit verband gemakkelijk voorspellen en dat is dat
kwetsbare mensen het meeste risico lopen zwaar te worden getroffen, ook in
Hoeksche Waard.
Dat brengt mij bij het Sociaal Domein. Dat zou het hart moeten zijn van het
beleid dat de komende periode wordt gevoerd. Het mag zeker niet het kind van
de rekening worden van de bezuinigingen die ons zeker staan te wachten. Zorg
gaat om mensen, niet om cijfers, zei ik vorig jaar, en voor de zekerheid herhaal
ik dat uitgangspunt nog maar eens.
In vergelijking met vorig jaar, toen de PvdA wees op het grote aantal gebruikers
van de Voedselbank, is er sprake van verslechtering. Als gevolg van de Corona-
crisis verwacht de Voedselbank een verdubbeling van het aantal mensen dat hulp nodig heeft. Het aantal mensen dat bijstand nodig heeft, neemt ook toe.
Steeds meer mensen dreigen buiten de boot te vallen.
De Perspectiefnota van vorig jaar meldde dat het college opdracht zou geven
voor een specifiek onderzoek naar de oorzaken en gevolgen van armoede. Om
vervolgens beleid te ontwikkelingen ter voorkoming en bestrijding van armoede.
Het enige dat tot stand is gebracht is een onderzoek naar verborgen armoede.
Na anderhalf jaar is er nog altijd geen zicht is op samenhangend beleid. Van ons
mag zich dat natuurlijk niet beperken tot alleen de ouderen. Juist ook kinderen
worden slachtoffer van armoede. Het beleid moet vooral ook minder
schoorvoetend gestalte krijgen, maar snel en daadkrachtig invulling geven aan
een andere aanpak en bejegening van mensen die in financiële nood zitten.
Voor de PvdA is het duidelijk dat geen enkele Hoeksche Waarder gebukt zou
moeten gaan onder armoede. Als er geen armoede is, hoeven we ook niet op
zoek naar verborgen armoede.
De fractie van de PvdA vindt het een schande dat op dit terrein tot dusver zo
weinig tot stand is gebracht en dat het er alle schijn van heeft dat het er niet van
komt. Het plan Samen tegen armoede wordt gebaseerd op het onderzoek naar
verborgen armoede. Lees nog eens na wat de Seniorenbond in ’s-Gravendeel
daarover zegt in zijn brief aan de raad. Als de huidige crisis één ding duidelijk
maakt, dan is het dat armoede zich steeds lastiger laat verbergen.
Er is behoefte aan echt beleid, bijvoorbeeld op het terrein van de
schuldenproblematiek. Overal in het land zijn initiatieven die in een evaluatie
door het Centraal Planbureau worden geprezen. Samengevat is de conclusie:
Alles wat bij wijze van experiment wordt gedaan is meer succesvol dan het
huidige beleid.
De antwoorden op de vragen die wij hierover hadden gesteld waren daarom
uitermate onbevredigend. Hoeksche Waard kiest ondanks alle nieuwe inzichten
voor de teleurstellingen die uitvoering van de Participatiewet onontkoombaar tot
gevolg heeft.
Het is hartstikke fijn als bedrijven mensen in dienst nemen met een
arbeidsbeperking, maar in tijden van crisis staan die als eersten weer op straat.
Dat blijkt ook tijdens de crisis van nu. Die mensen komen vervolgens niet
gemakkelijk meer aan de bak, ze zijn kwetsbaar, verliezen hun gevoel van
eigenwaarde en hun financiële zelfstandigheid. Wat doen we met hen?
Er moet iets gebeuren. Het afschaffen van de sociale werkplaats was een
historische fout. Daar was mijn partij landelijk medeverantwoordelijk voor,
maar er is geen enkele reden om niet te proberen die fout te herstellen. Het
maakt mijn fractie niet uit hoe het voortaan heet, sociaal werk of beschut werk,
maar zorg ervoor dat HW Werkt zich aansluit bij de tijdgeest.
In dit verband rijst de vraag hoeveel mensen met een arbeidsbeperking bij de
gemeente inmiddels een echte baan hebben verworven?
Ik wil een korte opmerking maken bij het Programma Veiligheid. De fractie van
de PvdA vindt het van het grootste belang dat het beleid voor aanvragers van
dorpsgerichte evenementen zo eenvoudig mogelijk wordt gemaakt, zodat het
soepel kan verlopen. Tevens wijs ik op het belang van een verdienmodel, al
besef ik dat ook het evenementenbeleid ernstig kan worden beperkt door het
beleid met betrekking tot de zondagsopenstelling.
Het Programma Verkeer, Vervoer en Openbare Ruimte zal dit jaar nog vaak aan
de orde komen. Mobiliteit en Woningbouw zijn innig met elkaar verbonden, de
bestaande infrastructuur is ruimschoots onvoldoende en de PvdA maakt zich
grote zorgen over de onmogelijkheden. Wij herhalen nog maar eens pleidooi
voor beter openbaar vervoer, ook met railverbindingen.
Voor het Programma Economie geldt, in heldere termen: natuurlijk kunnen wij
de gevolgen niet overzien, maar de landelijke trend wijst op een toename van het
aantal faillissementen en hogere werkloosheid en meer uitkeringen. Je kunt je
afvragen wat de gevolgen van deze crisis kunnen of zouden moeten zijn voor
bijvoorbeeld de gebiedsmarketing en de roadmap tot foodlab, nu ook de
landbouw zwaar wordt getroffen.
De opmerking over het sterker uit de corona-crisis komen, getuigt van misplaatst
optimisme. De invloed van de gemeente is beperkt. Wij vragen ons ook af hoe
het staat met de invulling van het regionale bedrijventerrein aan de Boonsweg.
Er is zo op het oog sprake van weinig activiteit, net als elders in de Hoeksche
Waard.
Bij het Programma Sport en Recreatie vraagt mijn fractie zich af of het wel
verstandig is om weer in kunstgras te investeren. Het is de vraag of deze
achterhaalde oplossing de vriendelijkste techniek is voor het milieu. Een andere
vraag is hoe het staat met het Sportakkoord?
Voor Cultuur moeten we kennelijk tevreden zijn met een klein beetje meer geld
voor deze sector. Maar het is nog afwachten wat de crisis in de Hoeksche Waard
voor gevolgen zal hebben. Juist hier moet de gemeente ruimhartig zijn en
kiezen voor versterking van kunst en cultuur.
Overwegingen die van belang zijn voor de Volksgezondheid en het Milieu
moeten in de weging bij de ontwikkeling van alle nieuw beleid minimaal
gelijkwaardig moeten zijn aan alle andere onderdelen en factoren die in
overweging worden genomen.
Tot slot wil ik nog kort iets zeggen over het Programma Volkshuisvesting en
Ruimtelijke Ordening. Het uitgangspunt is dat Hoeksche Waard 500 woningen
per jaar bouwt. Dat is fijn, want dat is een pilaar onder de financiële
huishouding. De gemeente wil vitaal blijven en om dit te bereiken dus groeien.
Wie die redenering doortrekt komt tot een onthutsende conclusie. Zonder groei
en vergroening komt de leefbaarheid in gevaar. Tot 2030 verwachten we groei,
maar daarna staan we elke keer weer voor zo’n zelfde beslissing. Uiteindelijk
bereik je het omslagpunt dat de groei ten koste gaat van het landschap. De
fractie van de PvdA staat op het bestandpunt dat de te bouwen contingenten een
bijdrage moeten leveren aan het vitaal houden van de Hoeksche Waard, op basis
van de uitgangspunten van ons Nationaal Landschap.
Qua financiën past de constatering dat we onze reserves hard opstoken. Daar
zijn ze voor, maar de vraag is wel tot hoever die mogen zakken ten bate van
incidenteel beleid, waar flink op wordt ingezet. En de fractie van de PvdA wijst
erop dat in volgende jaren geen meevallers meer zijn van onderuitputting.“
Moties van de PvdA
Er werden voor de besluitvormende vergadering zeven moties aangedragen, waarvan er twee waren opgesteld door de PvdA.
Tevens heeft de fractie demoties ‘Bouwen voor starters’(initiatiefnemer SGP) en ‘Gelijke
onderwijskansen’ (initiatiefnemer Constructief Hoeksche Waard) mede
ingediend. De eerste werd unaniem aangenomen en de tweede werd ingetrokken.
De fractie heeft de motie (bijgevoegd) over het armoedebeleid aangehouden. Er
was weinig steun voor omdat de wethouder toezegde in september (later werd
dat oktober) met een integraal armoedeplan te komen. Het armoedebeleid houdt
onverminderd de aandacht van de fractie.
Merkwaardig was dat de motie over de externe inhuur (bijgevoegd) eigenlijk op
brede steun kon rekenen. Het CDA omschreef de motie als sympathiek en sprak
zijn tevredenheid uit over het feit dat de PvdA dit onderwerp agendeerde.
Desondanks stemde het CDA tegen omdat het tevreden was met de toezegging
van de portefeuillehouder dat hij op de technische aspecten ervan zou reageren.
De stemming was tegen 26 (inclusief 8 stemmen van het CDA) en voor 10. Aan
het politieke aspect van de motie werd voorbijgegaan, en dat is dat aan onder
meer het bepalen van de ideale mate van inhuur een politieke afweging ten
grondslag hoort te liggen. Dit onderwerp komt ongetwijfeld weer aan de orde in
het najaar bij de bespreking van de begroting 2021.
Alle ingediende moties vind je hier