Hieronder mijn volledige spreektekst:
De afgelopen dagen zijn er talloze woorden gesproken: woorden van medeleven, bemoedigende woorden, zoekende woorden.
Dat is goed, het is nodig, maar het is niet genoeg.
Wees niet bang, zeiden de mensen op de Place de la Republique na de aanslagen tegen elkaar. Toen knapte er ergens een lamp en stoof de menigte in blinde paniek uit elkaar, doodsbang.
We mogen ons niet uit elkaar laten spelen, zei ik tegen een boze man hier op het Binnenhof. ‘Nou, we mogen ons kennelijk wel gewoon laten doodschieten,’ beet hij me toe.
Confronterende beelden, confronterende antwoorden.
Ons antwoord moet uit meer bestaan dan woorden.
Ons antwoord moet ook bestaan uit het opvoeren van de beveiliging en bewaking van gevoelige objecten en evenementen. De versterking van de Europese samenwerking tussen inlichtingendiensten. Het opvoeren van mobiele grenscontroles. Het versnellen van lopende anti-terreur en opsporingswetgeving. Het screenen van de vluchtelingen die hier komen, het bieden van hulp aan de Fransen. Mijn fractie steunt dus al deze maatregelen die het Kabinet deze week aankondigde. Maatregelen die misschien minder stoer klinken, maar wel effectiever zijn dan bommen en hekken.
Wie terroristen die zich in onze samenleving bevinden wil uitschakelen, heeft gedetailleerde kennis en precieze wettelijke instrumenten nodig. Geen muren om Nederland of tapijtbombardementen op IS. Zoals je een splinter uit je vinger verwijdert met een scherp oog en een pincet, niet met een blinddoek en een voorhamer.
Maar het echte antwoord is meer dan het verwijderen van de splinter. Het echte antwoord is het schaven van het hout.
De afgelopen dagen zagen we allemaal wat er gebeurt als je wijken verwaarloost, als je uitzichtloosheid, verloedering en afzijdigheid gewoon laat voortbestaan. Als autoriteiten zich terugtrekken; bindende krachten verdwijnen.
Molenbeek en de Parijse banlieus. Daar schiet de radicalisering wortel, daar groeit het extremisme ongezien uit tot gewelddadig terrorisme.
Zonder zelfgenoegzaamheid kan gesteld worden dat dat in Nederland toch echt anders is. Hier is het populistisch geschamper over theedrinkende buurtwerkers gelukkig genegeerd. Hier is wel geïnvesteerd in het sociale weefsel van onze wijken. Hier hebben we met wijkagenten, straatcoaches, leraren en buurtvaders ogen en handen die op tijd kunnen ingrijpen. De Nederlandse aanpak van keiharde preventie. Niet sexy. Wel effectief.
Maar daarmee zijn we er niet. Ook in deze aanpak zitten zwakke plekken blijkt uit de praktijk Bovendien neemt de ontwikkeling van extremisme steeds nieuwe vormen aan. De vierde generatie uitreizigers radicaliseert van 0 tot 100 in enkele maanden. Ze is religieus vrijwel analfabeet, is ook niet geïnspireerd door de ideologie van IS, maar door wat die ideologie symboliseert en de vrijbrief voor geweld die erbij hoort.
Het vereist nog meer kennis van wat er zich afspeelt in de hoofden van die jongens, in de huiskamers of op straathoeken. Het vereist nog eerder en indringender ingrijpen als het mis dreigt te gaan. Meer investeren in de gemeenschap als buffer tegen de eenlingen. Lukt dat met de daarvoor gereserveerde middelen uit het actieplan vraag ik bezorgd aan het kabinet?
Het vereist ook een andere inzet van onze wettelijke mogelijkheden. Jongeren die continu spreken de noodzaak voor het gebruik van dodelijk geweld, zetten toch gewoon aan tot geweld? Dat is strafbaar. En velen van deze jongens en soms meisjes zijn in beeld van de autoriteiten. Toch vervolgen we slechts mondjesmaat. Ik zou de Minister van Justitie vragen of hij met het OM hierover in gesprek wil gaan. Het vroegtijdig voorkomen van terrorisme vereist inzet van alle middelen, ook die van het strafrecht. Hetzelfde geldt voor terugkeerders; doen we daar wel genoeg is mijn vraag aan het kabinet?
We kunnen dus meer doen om terrorisme te bestrijden en aanslagen te voorkomen. En we zullen ook meer doen. Overal waar dat nodig is.
Maar de ongemakkelijke waarheid is dat 100% veiligheid niet bestaat. Onze vrije, tolerante en pluriforme samenleving is kwetsbaar. Er kunnen ondanks alle inzet een paar gekken aan onze aandacht zijn ontsnapt. En de mannen die uit Molenbeek naar Parijs reden, hadden ook naar het Noorden kunnen rijden. Dat zijn angstaanjagende gedachten.
Die angst kun je niet ontkennen. Je kunt er wel iets tegenover zetten. Ons zelfvertrouwen.
Het besef dat onze zachte waarden van democratie, gelijkheid en vrijheid zijn in al haar kwetsbaarheid ook oersterk zijn. Sterker dan de haat van extremisten. Sterker dan de kogels van terroristen.
Dat maakt ons vastberaden. Vastberaden om ons niet uit elkaar te laten spelen. Om ons leven te leiden zoals we dat willen. Om trots te zijn op wie wij zijn. Om geen centimeter te wijken voor terreur.